International Visitor Leadership Program (deel 3 van 4) – gebruik digitale technologie in de klas en leren van digitale vaardigheden

Van 7 t/m 21 december 2019 ben ik in het kader van het International Visitor Leadership Programma op uitnodiging van de Amerikaanse ambassade samen met 12 andere experts op het gebied van mediawijsheid en digitale geletterdheid in het onderwijs naar de USA geweest. We hebben meer dan 20 bezoeken afgelegd aan scholen, denktanks, onderzoeksinstituten, universiteiten, bibliotheken en andere organisaties verspreid over Washington D.C., Kalamazoo en Providence. Daarnaast hebben we middels een uitgebreid cultureel programma het land, de mensen en de uitdagingen voor het onderwijs veel beter leren kennen en begrijpen.

In een serie artikelen deel ik mijn belangrijkste ervaringen van deze waardevolle reis. In dit derde artikel (van 4) deel ik 6 lessen over onderzoek naar verschillende educatieve methoden die digitale vaardigheden centraal stellen en gebruik maken van digitale technologie in de klas.

1. Bewustwording en professionaliseren van leraren moet worden gefaciliteerd en ondersteund

Elke twee jaar verdubbelt de hoeveelheid informatie die op het internet kan worden gevonden. Daarnaast blijkt dat ‘fake news’ zich vele malen sneller verspreid dan ‘true news’.

De missie van The news literacy project  is om leerlingen de vaardigheden te leren die zij nodig hebben om bekwame actieve consumenten te worden van nieuws en informatie. Hierdoor kunnen zij betrokken en goed geïnformeerde participanten worden van een democratische samenleving.

Om dit doel te bereiken werkt ‘The news literacy project’ als onafhankelijke nonprofit organisatie aan het ontwikkelen van leermiddelen die beschikbaar en toegankelijk zijn voor alle leerlingen. Voorbeelden, zoals Checkology, waar in een virtueel klaslokaal leerlingen kunnen oefenen met het herkennen van misinformatie, zijn hier te vinden.

Daarnaast werkt ‘The News literacy project’ op verschillende manieren aan het professionaliseren van leraren bijvoorbeeld ook door hen te verbinden aan journalisten in het Newslitcamp-project .

2. Freedom of Speech en Freedom of Press behoren tot de absolute kernwaarden van de Amerikaanse samenleving

‘The Freedom Forum’ is de “geestelijk vader” van het prachtige museum in Washington Het Newseum en heeft de missie om te voorzien in middelen om het publiek te helpen het eerste amendement (vrijheid van meningsuiting, pers, religie, samenkomen en petitie) te begrijpen en te beschermen.Hoewel het Newseum eind 2019 is gesloten blijft het educatieve lesmateriaal, met meer dan 1000 lesplannen, van NewseumEd  beschikbaar en wordt nog steeds uitgebreid en geactualiseerd. Het materiaal is bedoeld om leraren te faciliteren in lessen over mediawijsheid en informatievaardigheden.

Als voorbeeld voor de vele verschillende manieren van communiceren staat prominent in het museum een verminkt en verbrand onderdeel van de Twintowers met daaromheen de krantenkoppen zoals de wereld verslag deed van het incident. Opvallend is de diversiteit van zowel de inhoud als de weergave van ‘het nieuws’ door de verschillende kranten.

The Free press is a corner stone in democracy. People have a need to know, journalists have a right to tell. Finding the facts can be difficult. Reporting the story can be dangerous. Freedom includes the right to be outrageous. Responsibility includes the duty to be fair. News is history in the making. Journalists provide the first draft of history. A free press, at is best, reveals the truth.

3. Hoe een boodschap wordt verteld bepaalt hoe een boodschap wordt ontvangen.

Op Western Michigan University, school of Communications  wordt lesgegeven in interpersoonlijke communicatie, film, video, media, public relations, journalistiek en information technologie. Het onderzoek van assistent professor Anna Popkova waarmee wij spraken heeft betrekking op de relatie tussen mediainstituten, beleidsmakers, verschillende typen publiek en communicatietechnologie. In de opleiding is veel aandacht voor de wijze waarop de verschillende inzet van media tot verschillende interpretatie van de boodschap kan zorgen.

Het ontbreken van algemene standaarden wat leerlingen moeten kennen ten aanzien van mediawijsheid en digitale geletterdheid maakt dat er een groot verschil is in het niveau waarmee de studenten instromen op de Universiteit. Dit wordt veelal opgelost door peer-tutoring.

4. Meer onderzoek naar de effectiviteit van de inzet van digitale technologie in de klas en effectieve methoden van aanleren van digitale geletterdheid is nodig.

We spraken met Renée Hobbs  van The Media Education Lab  van The University of Rhode Island. Professor Hobbs en haar team hebben een zeer actieve research agenda en zij is de co-editor van het ‘Journal of media literacy education’. Het blijven doen van verder onderzoek is één van de drie speerpunten van het Education lab. Op dit moment loopt een studie naar hoe de verschillende motivaties van waaruit leraren lesgeven in digitale vaardigheden de wijze waarop zij dat integreren in hun curriculum en lespraktijk beïnvloedt. De gedachte is dat elke leraar vanuit één of meerdere primaire grondslagen zijn lessen vormgeeft.

5. Blijf investeren in goed toegankelijk, vindbaar, effectief en gratis lesmateriaal.

Leerlingen weten vaak prima op welke knoppen ze moeten drukken maar tegelijkertijd hebben de leerlingen geen idee op welke knoppen van henzelf op datzelfde moment wordt gedrukt. De techniek achter de technologie; het data-spoor dat ontstaat, het bewustzijn daarvan onder leerlingen is beperkt.

Het is – bijvoorbeeld – belangrijk om leerlingen te blijven leren om vragen te stellen over wat zij zien, lezen en beluisteren zoals met de media literacy smartphone . Nog veel meer materiaal dat in de klas kan worden gebruikt om digitale vaardigheden te integreren in het curriculum is hier te vinden.

6. Vergroot de horizon: Ontwikkel samen en leer van elkaar.

Er is inmiddels nauwelijks nog een plek op aarde waar de invloed van digitale technologie niet zijn impact maakt. Echter, de verschillen zijn groot. Ook tussen de 52 staten in Amerika zijn grote verschillen in de mate waarin digitale vaardigheden worden aangeleerd en geïntegreerd in het onderwijscurriculum. Zoals tijdens een bezoek werd gesteld zijn “the standards a hot mes” en zijn de digitale onderwijsdoelen “a moving target”.

Vanuit het instituut van Renée Hobbs zijn verschillende initiatieven die de schaal van Rhode Island overstijgen. Zoals bijvoorbeeld de aanstelling van een state-coördinator Digital and Media Literacy wat inmiddels in 16 andere staten een vervolg heeft gekregen zodat zij met elkaar kunnen uitwisselen en van elkaar kunnen leren. Ook is er een initiatief voor een ‘National Association for Media Literacy Education’ (NAMLE) wat meer een netwerkorganisatie beoogd te zijn.

Samen leren van elkaar is ook de wijze waarop docent trainingen in digitale vaardigheden worden opgezet. Er bestaat al 8 jaar een summer course waar een steeds grotere community aan leraren naar toe komt om van en met elkaar te leren. Zo wordt leren gefaciliteerd en geënthousiasmeerd om (nog) beter zicht te krijgen in de docent competenties die nodig zijn voor het aanleren van digitale vaardigheden aan leerlingen.

 

 

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *